We besloten om ook dit jaar weer naar Scandinavië te gaan en daarbij had Noorwegen onze voorkeur deze keer. We wilden wat meer van het zuiden van het land zien, daar waren we nog niet geweest.
Dus namen we de boot naar Kristiansand met de bedoeling om van daaruit naar het noorden te fietsen. We wilden graag naar de regio Valdres, want daar zou een mooie fietsroute zijn; Mjolkevegen.
We konden pas op zondag weg, maar dat betekende wel dat het wat rustiger op de weg was. We reden naar Hirtshals en parkeerden de auto daar bij een camping. Die konden we daar laten staan tegen een kleine vergoeding. We waren mooi op tijd voor de boot, we konden bijna meteen aan boord. Na een overtocht van maar 2,5 uur kwamen we aan in Kristiansand, waar we nog een paar km moesten fietsen naar ons hotel. We hadden besloten om luxe te beginnen en hadden daarom voor de eerste nacht een hotel (met ontbijt) geboekt.
Lees meer: Noorwegen 2022De volgende dag scheen de zon volop en was het al vroeg heerlijk warm, dus het was een goede start van onze vakantie. Na het ontbijt zijn we op de fiets gestapt. We hadden een route gevonden met een stuk onverhard, dus dat begon al meteen goed. Maar het bleek een heel zwaar stuk te zijn. Zowieso is in Noorwegen heel weinig echt vlak en dat was hier dus ook niet zo. Het onverharde stuk had hele steile stukken die we moesten lopen. Dat begon dus al goed…. Toen we na zo’n steil stuk duwen boven waren en lichtjes naar beneden gingen lette Linda niet helemaal goed op en ging onderuit. Schaafwonden op armen, schouder en benen en wonden op elleboog en boven het oog. Het oog was ook meteen helemaal dik. Dat zag er dus niet zo goed uit. Dus we besloten om terug te gaan naar Kristiansand om die wonden te laten verzorgen in een ziekenhuis. Dat betekende wel nog ongeveer 20 km fietsen, maar het was niet anders.
In het ziekenhuis konden we meteen doorlopen naar een behandelkamer. Alles werd goed schoongemaakt door een verpleegster en toen kwam de dokter, die ook Linda heette, om de wonden boven het oog en op de elleboog te hechten; 6 hechtingen boven het oog en 3 in de elleboog. Toen mochten we weer weg. Maar waar naartoe?
We wilden naar de camping in de stad, maar toen we daar aankwamen bleek dat die een aantal dagen helemaal afgehuurd was voor een congres. Daar konden we dus niet terecht, ze wilden zelfs geen uitzondering maken voor een gewonde vrouw met een klein tentje. Dus toen besloten we om te kijken of het hotel nog een kamer vrij had voor die nacht. Dat was gelukkig zo, dus hebben we een kamer geboekt en zijn we weer naar het hotel gefietst. Dat betekende wel nog een heel aantal kilometers er bij. Linda haar oog zat helemaal dicht, dus dat was lastig fietsen omdat je dan geen diepte ziet. Gelukkig was Linda haar zonnebril nog heel en vrij groot, dus de mensen konden het dichte oog niet zien.
Ook de dag erna nog in het hotel gebleven om wat te herstellen en om regelmatig een icepack op het oog/gezicht te leggen. Dat hielp wel, want de volgende dag was het oog weer open. De volgende dag scheen de zon weer, het oog was open en ze voelde zich wat beter dus vertrokken we voor de tweede keer om aan onze tocht te beginnen. Je moet het toch een keer weer proberen. De route was mooi en de heuvels waren steil. We moesten steeds een heuvelrug over en dan daalden we weer af, waarna we aan de andere kant van het dal weer net zo’n heuvelrug over moesten. Veel op en neer dus. Maar het ging redelijk en nu waren we tenminste onderweg. We vonden een leuk klein campinkje en zijn maar vroeg gaan slapen.
De dagen daarna fietsten we over mooie, kleine weggetjes via Kvinesdal en Tonstad omhoog naar Adneram. We hadden prachtig zonnig en warm weer, dus dat was wel een meevaller. Vanaf daar kom je op een hoogvlakte waar de wind vrij spel heeft en er op veel plekken nog (wat) sneeuw ligt. Een prachtige omgeving die mede door de dreigende wolken en de harde wind nog indrukwekkender werd. We fietsten over de vlakte en daalden aan de andere kant weer af. We moesten door naar de plaats Dalen omdat de weg daar naartoe op doordeweekse dagen afgesloten was in verband met werkzaamheden. Het was zondag, dus we moesten wel door, ook omdat het de volgende dag de hele dag zou regenen. We wilden dan wel ergens op een camping zijn. Er kwam dus nog een lange klim bij, maar het was wel weer een heel mooi stuk. Aan het eind wachtte een steile afdaling voor we het dorp in rolden. De volgende dag heeft het inderdaad zo ongeveer de hele dag geregend, dus we waren blij dat we daar waren.
Na die regenachtige dag was de lucht weer schoon gespoeld en was het weer prachtig weer. De lucht was ook lekker opgefrist, dus het was heerlijk fietsweer en dat bleef de dagen daarna ook zo. We fietsten via Austbygde naar de energiecentrale van Rjukan en daarna met heel veel klimmen naar Dagali vanwaar we doorfietsten naar Gol. De omgeving bleef prachtig, met veel klimmen en met bossen, meren, besneeuwde bergen aan de horizon en weer een prachtige hoogvlakte.
In Gol (niet ver van Geilo) begint een bekende fietsroute, Mjolkevegen. Een bijna helemaal onverharde route van 250 km die dwars door het gebied Valdres gaat. Die route werd vroeger gereden door de melkauto om de melkbussen van de boeren langs de route op te halen. De route is grotendeels onverhard en gaat door prachtige natuur en langs veel kleine (vroegere) boerderijtjes en vakantiehuisjes. Het eerste deel gaat van Gol naar Beitostolen. Daarna is de route gelijk aan Jotunheimvegen, tot aan Vinstra.
Het begon niet zo goed voor ons, want de dag dat we vertrokken begon het al heel snel te regenen. We besloten daarom om die dag niet verder te gaan omdat we dat zonde zouden vinden voor die mooie route. We hebben dus de dichtstbijzijnde camping opgezocht en zijn daar de rest van de dag gebleven. De volgende dag was het bewolkt, maar droog en dus konden we het nog een keer proberen. De ondergrond bestond eigenlijk uit hard zand, dus het was niet heel zwaar fietsen, en langzaam kwamen we hoger, tot we weer op bijna 1000 meter hoogte waren. De omgeving was weer prachtig en we hadden een schitterend uitzicht op de besneeuwde bergen om ons heen. Na een lange dag met in het laatste stuk nog heel veel heuvels en met de dreigende regen achter ons, kwamen we aan in Ryfoss.
Van Ryfoss is het nog maar ongeveer 40 km naar Beitostolen, maar dat zijn verreweg de zwaarste kms van de hele route. Er zit een stuk van 5 km in waarbij we 650 meter omhoog moesten. Het stijgingspercentage kwam niet onder de 10% en meestal zelfs niet onder de 11%. Er zaten stukken in van 17%. Ondertussen zat de regen ons weer op de hielen, maar de harde wind hielp ons naar boven. Daar boven hadden we wederom een fantastisch en nogal spookachtig uitzicht op de wereld om ons heen. Helaas hadden we niet veel tijd om daar van te genieten, want door de harde wind was het erg koud geworden en we wilden de bui voor zien te blijven. De handschoenen konden aan voor de afdaling, maar gelukkig konden die weer uit zodra we lager kwamen. Voor het kleine buitje dat we niet voor konden blijven konden we schuilen in een schuilhut. Na nog hele heuvelachtige laatste kms naar Beitostolen besloten we om daar te blijven. Het is een skidorpje met een aantal sport- en outdoor winkeltjes. We moesten een nieuwe slaapmat kopen omdat eentje kapot was gegaan. Gelukkig wisten we dat we in Beitostolen een nieuwe konden kopen en dat hebben we dus ook maar gedaan.
Vanaf Beitostolen volg je Jotunheimvegen. Dat is ook een (bekende) onverharde route die we ook al een keer eerder gereden hadden. Ook deze route gaat weer door de natuur en over (soms heuvelige) hoogvlaktes. Helaas was het gedaan met ons geluk om de regen voor te blijven. Net toen we na een lange klim boven kwamen begon het toch echt te regenen. En het werd ook niet meer droog. Gelukkig hadden we het meeste klimmen al gehad en ging het meeste vanaf daar naar beneden. We wilden eigenlijk een mooi wildkampeer plekje zoeken langs de route, maar door de regen hebben we daar maar vanaf gezien. In Skabu hebben we een camping opgezocht waar we lekker binnen konden zitten en konden opwarmen onder een warme douche.
Vanuit Skabu konden we doorsteken om op de volgende onverharde route, Peer Gyntvegen, te komen. We wilden Mjolkevegen niet helemaal naar Vinstra volgen, want dat was iets te ver door voor ons. We zijn dus een paar km voor Vinstra af geslagen naar Peer Gyntvegen. Ook deze route hadden we al eerder gedaan, maar dat maakt het niet minder mooi. De dag begon helder en behoorlijk zonnig, maar het werd steeds bewolker en kouder. Op een gegeven moment begon het ook weer te regenen, maar gelukkig hield dat later weer op. De route was erg heuvelachtig, met veel behoorlijk steile heuvels, en ging door bosachtig terrein. Bij het skidorpje Gala kwamen we tijdelijk op een verharde weg met een hele lange klim. Gelukkig is er bovenaan die klim een winkeltje waar we wat lekkers konden kopen. Daarna werd de weg weer onverhard en duurde het niet lang voordat we bij het kampeerplekje kwamen waar we de vorige keer hadden gekampeerd. Omdat de lucht nog steeds erg dreigend was en omdat het een heel mooi plekje was bij een meer en met een picknick tafel, besloten we om de tent daar weer neer te zetten. Toen de tent stond en de thee was gezet begon het inderdaad weer te regenen, maar ook deze keer duurde het niet heel lang. Het was ons opgevallen dat we heel veel andere fietsers zagen op deze route, veel meer dan de vorige keer. Ook in de tijd dat we bij de tent zaten kwamen er nog heel wat fietsers voorbij. Blijkbaar is er meer bekendheid gekomen in de afgelopen jaren.
Voor de volgende dag was vanaf ongeveer 1 uur regen voorspelt en we wilden tegen die tijd zo ver mogelijk zijn. Dus we vertrokken vroeg van ons mooie kampeerplekje. Het was koud en de wind waaide hard, maar het was gelukkig droog. Na een aantal kms zijn we van de route af gegaan voor een alternatieve route naar het plaatsje Forset. Dat bleek een goede keus, want het was een heel mooi stuk over een klein weggetje en we zagen er geen enkel ander mens. Het was ook niet heel zwaar om te fietsen omdat bijna alles vlak was of naar beneden ging. We kwamen langs een meer en langs afgelegen boerderijtjes en aan het eind daalden we af naar een prachtig groen dal. We kwamen mooi voor de regen aan in Forset en hebben getwijfeld of we door zouden fietsen naar Dokka of in Forset naar de camping zouden gaan. We wilden eigenlijk door naar Dokka, maar er wachtte ons nog een lange steile klim en de voorspelde regen zat ons inmiddels al op de hielen. We besloten toch om door te gaan.
De klim begon met 5 km van 10% en was dus zwaar. Daarna vlakte het wel wat af, maar het bleef zwaar. Ongeveer halverwege begon het inderdaad te regenen, dus moest het regenpak aan. En klimmen in een regenpak is niet bepaald fijn! Op de plek waar de klim echt vlakker werd staat een verlaten restaurant. Daar konden we mooi schuilen op de veranda. En dat was maar goed ook, want het ging alleen maar harder regenen. Op een gegeven moment besloten we toch om maar verder te gaan, want daar blijven zitten schoot natuurlijk ook niet op. De regen werd toen al wel wat minder hard en de klim duurde ook niet meer heel lang. Na een stukje vlak sloegen we weer een onverhard pad in. We hadden ook nog een stuk door kunnen fietsen en dan over een asfalt weg richting Dokka, maar dat was om dus we besloten om het onverharde pad te nemen. En dat bleek een goede keuze te zijn geweest. Het was een mooi pad, langs water en door bos. Het begin was behoorlijk vlak, later kwamen er meer heuvels. Het bleef wel regenen, maar niet zo hard meer, dus het was te doen. Het bleef door heuvelen tot Dokka en we waren blij toen we daar waren. Gezien het slechte weer de hele dag vonden we dat we wel een hutje hadden verdiend. We hebben het kacheltje lekker opgestookt en hadden dus een heerlijk warme avond.
Met deze dag was er ook een einde gekomen aan Mjolkevegen/Jotunheimvegen/Peer Gyntvegen en waren we weer terug in de bewoonde wereld. Het eerste stuk van Mjolkevegen, van Gol naar Beitostolen, was absoluut het mooiste stuk van de hele route. Het is eigenlijk niet te beschrijven hoe mooi het daar was en het is dus een absolute aanrader, ookal was het ook verreweg het zwaarste stuk.
De dagen daarna was het weer weer goed en we fietsten in 4 dagen naar Helgeroa, vlak bij Langesund en Larvik. De omgeving was in het begin nog erg heuvelachtig, maar werd wel steeds vlakker en we kwamen ook steeds lager. Als je dan weer op zeeniveau fietst is het moelijk om voor te stellen dat je een paar dagen daarvoor nog op/boven de 1000 meter zat. De laatste dag moesten we nog een klein stukje naar Langesund vanwaar we de boot namen naar Hirtshals. Daar stond de auto nog op ons te wachten en na een laatste nacht kamperen reden we weer terug naar huis.
Na zo’n 1.450 km en 21.500 hoogtemeters waren we al weer aan het einde van de tocht. Het was weer een hele mooi tocht, waarvan we een aantal stukjes al eerder hadden gefietst maar we zijn er toch in geslaagd om het grootste deel door nieuwe stukken te fietsen. Noorwegen is een fantastisch land om te fietsen (toeren). De omgeving was weer prachtig, vooral dus het gebied Valdres tussen Gol en Beitostolen. Dat was echt schitterend, helaas is het moeilijk om het echt goed op de foto te krijgen maar we hebben het geprobeerd.