Chili

Hier vind je wat informatie over een aantal (gratis) overnachtingsplaatsen langs de route die wij hebben gefietst en informatie over de weg.

San Sebastian: grensovergang. Het is mogelijk te overnachten in de wachtruimte aan de Argentijnse kant. Is afgesloten, warm en je kunt er koken en douchen (sleutel vragen aan douanemannen), maar het is wel lawaaiig. Er is ook nog een hostal bij de grens. Prijs is ons onbekend. Aan de Chileense kant is niks, maar we weten dat er wel mensen hebben gekampeerd. Tussen Argentijnse en Chileense grens 15 km ripio.

Tussen San Sebastian en Porvenir: ripio en geen overnachtingsplekken, alleen wildkamperen. Geen water! Eerste stuk is vlak, vanaf kruispunt na Armonia (langs de kust, ongeveer 35 km voor Porvenir) heuvelachtig. Boot vanuit Porvenir gaat niet op maandag, maar dagen, data en tijden kunnen veranderen dus check het toch even.

Tussen Punta Arenas en Puerto Natales (250 km): in Villa Tehuelches, op 100 km van Punta Arenas, is een winkeltje. Je kunt naast het winkeltje ook kamperen; even vragen in de winkel. In Moro Chico, 150 km van Punta Arenas, is een politiepost waar je ook kunt kamperen. Rio Rubens, weer ongeveer 40 -50 km verder is een hotel. Hier kun je lunchen, maar het is ons niet bekend of je daar ook kunt kamperen. Goede weg.

Cerro Castillo: winkeltje, waarschijnlijk ook wel plek om te kamperen. Alleen aan Chileense kant, de Argentijnse kant is alleen een douanegebouwtje. Tussen beide grenzen ripio.
___________________________________________________________________________________________
Carretera Austral

Candelario Mancilla: mogelijkheid tot kamperen en gebruik maken van douche en toilet; $ 2500,- pp (waarschijnlijk gratis als je de faciliteiten niet gebruikt).

Villa O’Higgins: camping El Mosco, leuk en relaxed met hangmatten en kapotte fietsonderdelen aan de muur. Internet/ wifi. Vanaf O’Higgins 102 km naar boot Rio Bravo. Ripio en veel klimmen.

Rio Bravo/ Puerto Yungay: vertrek boot naar Puerto Yungay; mogelijkheid om te overnachten in wachtruimte. Is af te sluiten en er is een toilet en water. Aan de overkant, Puerto Yungay, ook een wachtruimte, maar die is open. Wel mogelijk om in het kamp van militairen te overnachten. Ook aan deze kant een kiosk met o.a. empanadas.

Caleta Tortel: gratis camping municipal, maar dan moet je wel over de steigers door het hele dorp met je fiets.

Ongeveer 55 km vanaf Puerto Yungay: verlaten camping, maar hier hebben wij wel gekampeerd. Beschut en niet zichtbaar van de weg. Er is een kraan die het (nog) doet, dus er is ook water. Ook is er een shelter. Weg tot hier erg heuvelachtig met steile klimmen.

Cochrane: (ongeveer 80km vanaf verlaten camping) camping in het midden van het dorp, vlak bij het centrale plein/parkje. Hier is ook een supermarkt. Weg ook tot hier weer steil en slechte ripio; veel klimmen.

Puerto Bertrand: heel klein dorpje met 2 kleine winkeltjes. Camping voor het dorp, maar die hebben wij niet gezien. Ook een camping na het dorp, maar die ligt een heel eind van de weg. Wij hebben de tent opgezet langs de rivier. Weg ook weer steil en slechte ripio.

Puerto Rio Tranquilo: camping Bella Vista, achteraan in het dorp. Wifi. Vanaf Cruze El Maiten wordt de weg iets minder steil, maar wel slechte ripio tot op ongeveer 30 km vanaf Puerto Bertrand. Dan wordt het een tijdje wat vlakker met wat betere ripio. Daarna weer heuvels.

Puerto Murta: 5 km vanaf de weg. Kamperen mogelijk bij meer (hebben we gehoord). Winkeltje in het dorp.

Villa Cerro Castillo: camping en winkeltje. Restaurant in 2 oude bussen. Hier begint het asfalt. Camping El Bosque; aan het eind van het dorp zandweg aan linkerkant nemen. Ongeveer een km verder, net voor een brug, is de camping.

Cerro Castillo – Coyhaique: pas van 1120m hoog (dorp op 380m); 16 km over asfalt, haarspeldbochten maar wel te doen. Na pas stukje naar beneden en dan nog een keer omhoog naar 1100m. Boven op deze pas is een Conaf camping.

Coyhaique: camping Alborada aan de noordkant van de stad, maar dan moet je elke keer een steile heuvel op. Is wel een leuke camping hebben we gehoord. Wij hebben in de tuin van hospedaje Natti (straat; Almirante Simpson) gestaan. Klein stukje grond, snel vol maar wel in de stad en tegenover de 2 (grote!) supermarkten.

Villa Manihuales: casa cyclistas Jorge, bij benzinepomp naar rechts. Wij hebben het niet gevonden, maar ook niet heel actief gezocht. Het was mooi weer en nog vroeg, dus we zijn doorgefietst. Er is ook een Conaf camping, maar die was heel slecht; kapotte toiletten en douches en geen warm water. In het dorp wel winkeltjes om eten te kopen en een bakker. Ongeveer 10 km buiten het dorp vonden wij een mooie plek om te kamperen. Na een stukje heuvelop (1e heuvel na het dorp) is er aan de linkerkant een parkeerhaven. Daar kun je bij de rivier komen. Aan het begin van de parkeerhaven (bij bordje 526) is er achter de bomen een plek voor de tent, aan het riviertje. Dicht naast de weg, maar achter de bomen dus uit het zicht en beschut. Onderweg genoeg water te vinden.

Villa Amengual: mogelijkheid om eten en brood te kopen. Ook voldoende hospedajes, maar we hebben geen camping gezien. We zijn doorgefietst tot we een goede kampeerplek vonden, bij een verlaten huis en aan de rivier. Onderweg genoeg water te vinden.

Puyuhuapi: voor Puyuhuapi een pas van 500m over ripio. Ripio begint bij splitsing weg naar Puerto Cisnes en daar begint weg meteen te klimmen. Klim van 7 km, daarna naar beneden. Na 4 km wandeling naar hangende gletsjer (enchanted forest); hebben wij niet gedaan omdat het regende. Moet wel heel mooi zijn. Ongeveer 20 km voor het dorp is een Conaf camping, mooi maar niet goedkoop (maar wel een heerlijk warme douche en shelters; erg lekker als het regent).
In Puyuhuapi hebben wij gestaan op camping La Sirena, bij het water. Gratis internet bij tourist office en op plein. Na het dorp flink stuk omhoog, daarna vlakker. Tot aan La Junta een erg goede weg, vrij vlak met een paar heuvels. Onderweg genoeg water te vinden.

La Junta: camping ongeveer 3 km buiten het dorp (noord). In dorp zelf geen camping gezien, wel hospedajes. Mogelijkheid tot kopen voedsel en brood, gratis internet op plein. Tussen La Junta en Villa Santa Lucia wegwerkzaamheden en hele slechte weg (80 km). Wel genoeg (wild)kampeermogelijkheden. Onderweg genoeg water te vinden.

Villa Santa Lucia: camping gezien bij een hospedaje aan het begin van het dorp. Ook supermarktje en mogelijkheid tot kopen brood. Weg vanaf hier tot Futaleufu ook erg slecht en heuvelachtig, 80 km lang.

Futaleufu: meerdere campings, wij hebben op camping Laguna Espejo gestaan; bij het gelijknamige meer. Leuke camping. Wifi. Winkels. Let op! In tegenstelling tot alle andere informatie die wij tot nu toe hadden: er is in Futaleufu WEL een BANK! In het midden van het dorp aan het plein.

Grens Chili – Argentinië: van Futaleufu naar de grens 10 km asfalt, daarna ripio. Na ongeveer 200 meter de Argentijnse grens. Vlak daarna een gratis camping aan een rivier. Nog ongeveer 40 km naar Trevelin over slechte weg. Niet heel veel water onderweg.
___________________________________________________________________________________________

Junin de los Andes – Pucon (over pas Mamuil Malal): stijging van ongeveer 300 meter, maar niet merkbaar. Een paar heuveltjes, maar verder heel geleidelijk. Een hele mooie route, met zicht op de vulkaan Lanin. Niet echt aan te raden met (sterke) wind tegen, want een hele open route. Route over pas Carirrine is beschutter, door bos. Camping bij meer Lago Tromen, 2 km voor de Argentijnse grens. Eerste 58 km mooi asfalt, daarna slechte weg van lavazand; veel gaten en kuilen. Na 10 km de camping, daarna nog 2 km naar Argentijnse grens en nog ongeveer 20 km lavaweg tot Puesco. Daarna mooi asfalt en afdalen tot Pucon, ongeveer 900 meter lager. Afstand Junin – grens is ongeveer 70 km en grens – Pucon ongeveer 80 km.

Parque National Huerquehue: vanuit Pucon zijn we naar het nationale park gegaan. Het eerste stuk erg mooi; afslaan richting vliegveld en die weg volgen tot eind. Daarna naar links op asfaltweg tot borden nationale park. Dan nog 13 km ripio. Allemaal omhoog, vooral de laatste 7-8 km gaat steil omhoog. Terug naar Pucon via doorsteek naar thermas; allemaal naar beneden. Dan asfaltweg naar Pucon; paar heuvels, maar over het algemeen naar beneden.

Pucon – Cunco- Melipeuco (np Conguillio): van Pucon naar Villarrica en verder naar het noorden, richting Pedregoso is heuvelachtig maar asfalt. Daar heb je de keus; links af (richting Los Laurelles) of rechts af. Beide wegen zijn ripio. Wij hebben gekozen voor de kortste route over ripio (richting Los Laurelles), maar misschien was dat wel niet de slimste. Het was een hele slechte weg; geen gaten en kuilen maar een dikke laag grote stenen. Het was maar 20 km, maar we hebben er tijden over gedaan. Later kwamen we er achter dat de andere ripio weg wel langer was, maar wel een meer doorgaande weg met verkeer naar de meren. Misschien was die minder slecht, maar dat weten we niet. Ongeveer 5 km voor Los Laurelles kwamen we weer op een asfaltweg. Van daar naar Cunco en later naar Melipeuco was alles vrijwel vlak. Ging heel licht omhoog, maar daar merkten we niks van. Ongeveer 6 km voor Cunco is een camping; mooie plekken en een zwembad. De enige camping die wij daar hebben gezien. In Melipeuco is ook een camping, aan het eind van het dorp. Warme douche tegen meerprijs.

Parque National Conguillio: vanuit Melipeuco door het nationale park gefietst. Eerste 7 km asfalt, daarna onverhard; lavazand en stenen. Geen slechte weg. In 35 km klimt het ongeveer 900 meter met een aantal (hele) steile stukken. De laatste 35 km naar Curacautin is afdalen met een aantal korte klimmetjes, waarvan de laatste 8 km asfalt. In Curacautin in hostal Epu Pewen overnacht. Erg leuk hostal met mooie kamers en genoeg ruimte voor de fietsen. Tegenover het toeristenburo (en het park/plein), aan de doorgaande weg van/naar Longuimay.

Curacautin – Malalcahuello: 30 km voornamelijk heuvelop, maar wel over asfalt. Laatste stuk door een kloof en vallei. Wij zijn naar de camping Suizandina gegaan, ongeveer 3 km (en de laatste) voor het dorp.

Reserva Nacional Malalcahuello – Nalcas: van andere fietsers hoorden we dat je er doorheen kunt fietsen naar het noorden, naar de plaats Ralco. Er is alleen een stukje waar geen officiële weg is, dus daar is het wat spoorzoeken. Je kunt ook een rondje door het park fietsen, naar Lonquimay. Dat is een meerdaagse tocht. Wij hebben een dagtochtje gemaakt naar de krater Navidad. Daar kun je naar toe wandelen. Het begin van de wandeling is ongeveer 21 km van de camping. De eerste 12 km is asfalt, daarna een goede onverharde weg van stenen en lavazand. De laatste 5 km fiets je door een open maanlandschap en moet je de fiets 2 keer een klein stukje duwen omdat het zand daar te diep is om te fietsen. Het gaat allemaal bergop, van 950 meter naar 1815 meter in die 21 km. Dat betekent wel dat de terugweg alles naar beneden gaat…

Curacautin – Traiquen – Angol – Laja – Yumbel: Alles asfalt. Curacautin – Traiquen; begin (ongeveer 30 km) heuvelachtig, daarna vlakker en dalender. Traiquen – Angol; zo goed als vlak. Angol – Laja; alleen laatste 15 km heuvelachtig, rest vlak. Laja – Yumbel; vlak. Geen campings bij/in Traiquen en Angol. Een paar km na Laja een aantal campings en een paar km voor Yumbel een camping Municipal.

Yumbel – Concepcion – Tome (Dichato): Alles asfalt. Yumbel – Concepcion; over drukke weg, maar goede vluchtstrook. Heuvelachtig. Concepcion – Tome; tot Penco over semi-snelweg, maar goede vluchtstrook. Daarna zeer heuvelachtig met steile stukken tot Tome en verder naar Dichato. Geen camping in Penco of Tome. In Dichato (zelfde weg terug naar Tome) ook niet, maar wel onderdak te vinden.

Dichato – Trehuaco – Buchupureo: heuvelachtig, maar minder steil dan rond Tome. Vanaf Trehuaco weer steilere stukken. In Trehuaco is een hosteria, internetgebruik in/bij bibliotheek mogelijk. In Buchupureo is een camping.

Buchupureo – Chanco – Constitucion: nog steeds heuvelachtig. Mooie en vlakkere stukjes langs de kust. Stukje ripio is zwaar maar mooi. In Chanco maar 1 hosteria gevonden, internet op plein. Een stukje na Chanco was nog een (leuk uitziend) hostal. Vanaf Chanco weer steile heuvels, Constitucion is 10 km verder dan borden aangeven. Het laatste stuk gaat ook weer steil heuvelop en daarna steile afdaling naar stad. De camping op het strand is erg leuk, maar duur. Er waren geen warme douchen (2013), maar de eigenaar vertelde ons dat die er vanaf volgend jaar/seizoen zouden moeten zijn.

Constitucion – Licanten – Pichilemu: Naar Licanten eigenlijk alles vlak, dus schiet goed op. In dorp zijn een paar overnachtingsplekken. Van Licanten naar Vichuquén ongeveer 10 km heel steil omhoog, dan afdalen naar dorp. Erg leuk klein dorpje. Vanaf daar ripio, maar goede weg. Meer zand dan stenen. Weg/route volgen naar Llico. Een aantal pittige klimmetjes, maar wel te doen. Ongeveer op de helft van ripio, in Las Conchas/Llico, is een camping aan het meer. Was gesloten, maar we konden er overnachten. Mooie omgeving. Vanaf daar nog ongeveer 17 km voordat asfalt weer begint. Dan nog een km of 40 naar Pichilemu, het meeste (vrij) vlak. In Pichilemu een aantal campings, 1 was nog open; camping La Caletilla, bij het strand en met erg aardige eigenaren.

Pichilemu – Rapel – Isla Negra – Valparaiso: vanuit Pichilemu ging het direct omhoog naar ongeveer 600 meter. Daarna vlakker en naar beneden. In Rapel camping aan rivier (geen douchen). Ook na Rapel meteen weer omhoog, naar ongeveer 400 meter en ook daarna weer vlakker en naar beneden. Isla Negra iets boven zeeniveau. Daar 2 campings, maar 1 (aan het strand) gesloten en andere nogal triest dus hosteria gezocht. Weg naar Valparaiso vlak tot Mirasol en van daaruit zijn we het binnenland ingegaan waardoor we weer omhoog moesten tot ongeveer 400 meter. Daarna naar beneden en vlak tot Curauma waar we de drukke 60 op moesten. Die ging eerst (geleidelijk) omhoog en daarna vlak. Pas vlak bij Valparaiso (steil) naar beneden. Geen campings in Valparaiso, maar wel heel veel hostals.

Valparaiso – La Calera – San Felipe/Santa Maria: via Vina del Mar en Concon, dus eerst langs de kust. Vlakke weg, maar erg druk. Ook daarna vlakke weg. In La Calera hotel gezocht en uiteindelijk gevonden (gevraagd bij de Carabineros). Ook vanaf La Calera vlakke weg, op 1 klimmetje na. Maar ongemerkt gaat de weg wel omhoog. Door het binnenland gefietst naar Catemu, daar moet je een klein stukje over de snelweg voordat het een gewone weg wordt. Wel een drukke weg, maar met vluchtstrook en een heel stuk fietspad apart van de weg.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *