Na een heerlijke strandvakantie in Playa del Carmen, aan de Caribische kust zijn we weer op de fiets gestapt om 3500 km dwars door Mexico te fietsen, naar Mazatlan en daarna met de boot naar La Paz op het schiereiland Baja California waarna er 1500 km woestijn volgde.
Omdat we het hele, enorme, land zijn doorkruisd, zagen we ook de verschillen. Zowel in landschap als in rijkdom. In Playa del Carmen is het heel erg toeristisch en is alles er dus te koop. De rijkdom is overal om je heen. Slechts een klein stukje er vandaan begint de armoede al, ook al is het ook daar nog wel toeristisch.
De Amerikanen zijn in bepaalde delen van het land neergestreken en hebben de hele omgeving daar beinvloed. Waar veel Amerikanen wonen ziet het er ook Amerikaans uit, met grote huizen, dure auto’s en mooie supermarkten. De Mexicaanse cultuur is daar niet echt meer terug te vinden. Er zijn hele kolonies in bepaalde delen. Daar spreken de lokale mensen over het algemeen ook wel wat Engels. Omdat Amerika en de Amerikanen zo’n grote rol spelen in Mexico, denken de mensen ook dat iedere toerist uit Amerika komt. Helaas hebben ze over het algemeen niet door dat er, naast Mexico en Amerika, ook nog andere landen in de wereld zijn. Dat zal ook wel met scholing te maken hebben… Net als in de andere Latijnse landen gaan kinderen van arme gezinnen niet erg lang naar school.
Yucatan (zuid) is om te fietsen niet veel aan. Het grootste deel is vlak, met een heuvelachtig stuk door het midden. De wegen zijn recht en worden omringd door lage bomen. Dit gaat vele kilometers zo door, dus nogal saai. Daarnaast is het er erg heet omdat het jungle is.
De Maya ruines Tulum en Palenque zijn mooi gerestaureerd, maar wel erg ‘clean’; niet zoals het mysterieuze en nog steeds grotendeels overwoekerde Tikal.
Vanaf Palenque gingen we omhoog, de bergen in richting San Cristobal. Prachtige, bergachtige omgeving. Dat is de (arme)staat Chiapas, waar nog veel traditionele mensen (traditioneel gekleed) leven. Omdat er in het verleden heel veel gebeurd is en die mensen altijd zijn onderdrukt, houden ze erg vast aan hun eigen cultuur. In onze ogen zijn de mensen daar ook niet heel vriendelijk, maar dat komt ongetwijfeld omdat ze in het verleden hebben geleerd om vreemden niet te vertrouwen. Het is tot nu toe de enige plek geweest waar we ons niet echt welkom voelden. Maar natuurlijk waren er ook wel aardige mensen bij.
Helaas daal je na San Cristobal weer af naar zeeniveau, terug de hitte in. Daar hebben wij gekozen voor de route door de bergen zodat we weer naar een mooiere en koelere omgeving konden. Rond Oaxaca worden agaves gekweekt voor de drank Mezcal. Overal zijn brouwerijen en het stinkt er ontzettend naar dit brouwproces. Als je er langs fietst wordt je al bijna dronken. Ook in de regio Guadalajara (Tequila) worden veel agaves gekweekt, daar om er Tequila van te maken.
De staat Oaxaca is een van de armste staten van het land, en dat was onder andere te zien aan de vele oude auto’s. Net zoals in Chiapas reden er nog duizenden oude kevers rond in alle kleuren van de regenboog en in alle staten van onderhoud. Erg leuk om te zien.
De steden San Cristobal, Oaxaca en Morelia zijn coloniale steden. Er zijn een behoorlijk aantal coloniale steden in Mexico. De oude (vaak kleurrijke) gebouwen, kerken en kathedralen zijn prachtig en de straten zijn vaak gelegd met authentiek aandoende kinderhoofdjes of iets in die stijl. Niet erg geschikt om te fietsen, alles trilt.
De route door de bergen is erg mooi en niet heel erg zwaar, ook al gaat het constant op en af. Het is zwaarder dan in de andere Midden Amerikaanse landen, maar de stijgingspercentages zijn over het algemeen niet heel groot. Vanaf Tepic gaat het grotendeels naar beneden, naar Mazatlan en terug naar zeeniveau. En dus ook terug naar de hitte. Mazatlan vonden wij niet een hele bijzondere stad.
Vanuit Mazatlan kun je in ongeveer 17 uren met een veerboot naar La Paz op Baja California. Wij vonden La Paz wel een leuke plaats, met ook een leuk hostel; Pension California.
Baja California was een verhaal apart. Heel veel woestijn en een paar stukken prachtige kustlijn. De hitte die we hadden verwacht was er alleen de eerste paar dagen. Daarna werd het behoorlijk fris, wat voor het fietsen niet erg was. Omdat wij van zuid naar noord fietsten hadden we een constante en erg harde tegenwind. Veel van de 1500 km was erg saai. Omdat het hele schiereiland (met name in de winter) overspoeld wordt door Amerikaanse toeristen in enorme campers, is veel daarop aangepast. Campings met grote plekken voor deze enorme bussen en niet altijd heel geschikt voor tentjes en hoge prijzen, zowel door het toerisme als de afgelegen locaties. Ook spreken veel mensen wel wat Engels.
Er is nog steeds veel armoede in Mexico, net als in de andere Centraal Amerikaanse landen. Dat is te merken aan de vele oude auto’s, het vervoer van mensen in laadbakken van pick-up trucks en het openbaar vervoer. Mexico is, samen met Guatemala, wel anders dan de andere landen in Centraal Amerika. Hier zijn nog de oude cultuur en de mensen in traditionele kleding, met name in de bergen. Ook het landschap in deze 2 landen verschilt erg van de andere landen. De bergen zijn er veel hoger en het fietsen is er dus ook weer een stuk zwaarder.
De mensen zijn over het algemeen heel erg vriendelijk, met name in de staat Oaxaca en Baja California. Wat ons opviel was dat heel veel Mexicanen ooit wel in Amerika hadden gewerkt, zowel legaal als illegaal. Ze vonden het dus erg leuk om hun Engels weer wat te oefenen. Maar ze waren allemaal terug naar Mexico gegaan voor hun families. Familie is heel belangrijk in Mexico (en veel Latijns Amerikaanse landen) en de mensen vinden het vreselijk om bij hun familie weg te zijn. De meesten gaan dus een tijdje in Amerika werken en komen dan weer terug.
Onderweg zagen we heel veel legervoertuigen rijden. Hele colonnes legervoertuigen kwamen ons voorbij, altijd met een man boven het voertuig uitstekend met een geweer in de aanslag. Ze groetten altijd vriendelijk en reden voorbij. Ook waren er heel veel militaire controles waar auto’s gecontroleerd werden op wapens en drugs. Gelukkig werden wij nooit gecontroleerd, dat kwam pas op Baja.
Iedereen is altijd heel lovend over het Mexicaanse eten. Nu zijn burrito’s en taco’s ook wel erg lekker, maar voor hongerige fietsers was het eten niet heel geschikt. Vaak hadden we na het eten nog honger. En we vonden het ook niet heel bijzonder. Een typisch Mexicaans dagmenu bestaat uit vlees/kip, bonen en/of rijst, wat sla en (veel) tortilla’s. En het eten is heel erg pittig! Vaak is het standaard al heel pittig en dan gooien de Mexicanen zelf er ook nog een hele lading scherpe saus (salsa picante) overheen! En ze kunnen daarbij vaak kiezen uit veel verschillende soorten, waaronder een felgroen en een knal oranje sausje.
De mensen in Mexico zijn over het algemeen heel vriendelijk, behulpzaam en belangstellend. Vooral in de regio Oaxaca en op Baja hebben we heel veel vriendelijke en vrolijke mensen ontmoet. Iedereen wilde ons ook wel met vanalles helpen.