In de eerste plaats in Belize, San Ignacio, zijn we een dag gebleven. We hadden het meteen naar ons zin in die plaats en in het land. Er heerste een Caribische sfeer, met reggae muziek en donkere mensen (vooral mannen) met rasta haar. De mensen waren zo vriendelijk en vrolijk dat we er zelf automatisch ook vrolijk van werden.
Blij om weer op de fiets te zitten en door Belize te mogen fietsen en na een omhelzing van de beheerder van het schattige hotel, stapten we na die vrije dag weer op de fiets.
We wilden naar de Belize Zoo, waarbij je ook kunt kamperen. Vlak voor we de zoo bereikten, waren we aan het eind van het heuvelige stuk. Vanaf daar zou het vlak zijn. We konden de tent opzetten onder een dak op een groot grasveld. Een prachtige plek, midden in de natuur.
Omdat de fietsen heel smerig waren geworden door de onverharde stukken in de regen in Guatemala, besloot Ronnie om ze wat schoon te maken. De grootste modderklonten moesten er maar even af. Ineens hoorden we een harde knak; een spaak! Het ging zo goed en nu was er toch weer een spaak geknapt, gewoon terwijl de fiets stil stond. Nu konden we dus niet meer (fietsend) verder en dat was balen!
De volgende dag hebben we de kleine, maar erg leuke zoo bezocht. Alle dieren die daar leven zijn gered na ongelukken of bij mensen vandaan gehaald die ze als huisdieren hielden en het zijn allemaal dieren die in het wild in Belize voorkomen. We konden ze allemaal van heel dichtbij bewonderen, de apen waren erg actief en de roofdieren waren vlak bij.
We konden met een busje van de zoo naar Belize City, een vreselijke stad waar in onze ogen echt niks te zien of te doen was. De hele stad leek op 1 grote achterstandswijk en dat beeld werd er niet beter op toen de straten compleet blank kwamen te staan na de hoosbuien die er vielen. Helaas moesten we er een hele dag zien door te brengen. We waren om een uur of 11 op het busstation en de bus naar Playa del Carmen in Mexico vertrok pas om half 8 ’s avonds. Maar we waren al lang blij dat we diezelfde dag nog weg konden.
Helaas was ons verblijf in Belize dus maar van korte duur. Een paar uur nadat de bus vertrok waren we bij de grens en reden we Mexico in. De eerste grensovergang die we niet op de fiets hebben kunnen doen en dat was vreemd. Om een uur of 4 ’s ochtends waren we in Playa del Carmen, een heel aantal dagen eerder dan we hadden verwacht.
Nu moesten we een oplossing zien te vinden voor het wiel. Ronnie z’n ouders kwamen een paar dagen later en hadden allemaal nieuwe en reserve onderdelen mee, waaronder een heel pakket spaken, maar dat zou geen structurele oplossing zijn. Het wiel was immers goed toen we Antigua verlieten, maar toch knapte er weer een spaak. Het wiel opnieuw laten spaken was niet echt een goede optie, omdat het een speciaal wiel betreft en wij hadden begrepen dat het spaken van zo’n wiel niet zo gemakkelijk is als het spaken van een gewoon wiel. Het schijnt nogal precies te komen met de spaakspanning; alle spaken moeten precies dezelfde spanning hebben, anders knapt er vroeg of laat (weer) een. De enige manier om dat echt goed te kunnen doen is met een spaakmeter, maar waar vinden we hier een fietsenwinkel die gespecialiseerd genoeg is om een spaakmeter te hebben? Zelfs in Nederland heeft lang niet elke goed gesorteerde fietsenwinkel zo’n ding. Meestal wordt de spanning op het gevoel gemeten.
Na wat heen en weer gemail met Santos, de fabrikant van onze fietsen, kregen we van hen de toezegging dat ze een nieuw wiel naar Mexico zouden sturen.