Ook na Loja bleef het zwaar fietsen; de heuvels waren net zo steil als daarvoor en ook nu was er geen enkel vlak stuk. Hadden we net honderden meters naar boven gezwoegd, denderden we hetzelfde aantal meters weer net zo hard naar beneden om vervolgens weer omhoog te moeten. De omgeving bleef erg mooi en ook wel afwisselend, ook door de grote hoogteverschillen.
In 4 dagen hebben we de ongeveer 200 km naar Cuenca overbrugd. Daar een paar rustdagen en lekker gekookt in het hostal waar we zaten. Eindelijk weer eens een keuken tot onze beschikking. De vele maaltijden kip met rijst en patat waren we wel zat.
Na Cuenca zijn we nog een paar dagen in de bergen gebleven en zijn toen afgeslagen, richting de jungle. Dat betekende eerst nog een heel stuk omhoog fietsen en daarna een afdaling van 2500 meter. Helaas gebeurde dit alles in de stromende regen, dus de omgeving hebben we niet kunnen zien. De vulkaan de Sangay was verdwenen achter de grijze mist en ook van de rest van de omgeving viel niet heel veel te onderscheiden.
De afdaling werd jammerlijk onderbroken door wegwerkzaamheden. Dat houdt hier in dat vele kilometers tegelijk overhoop worden gehaald en dat er enkele centimeters per dag ook daadwerkelijk worden opgeknapt. Voordat dat het geval is, maken ze de weg zonodig nog veel slechter dan hij al was. Zand, stenen, gaten, kuilen; het lijkt wel dat ze vinden ‘hoe slechter, hoe beter’. Zo nu en dan is er tussen de stukken onverhard een stukje nieuw asfalt. Logica zit er niet in. Omdat het zo had geregend was een heel stuk van deze weg omgetoverd in een complete modderpoel. Fietsen ging niet meer, dus we moesten lopen over de gladde modder. Op een gegeven moment wilden de wielen niet meer draaien omdat de spatborden vol waren gelopen met modder.
Het stuk door de jungle was plakkerig warm en er waren (natuurlijk) muggen. De jungle zoals wij ons die voor hadden gesteld was er niet helemaal; eigenlijk alle grote bomen zijn ooit gekapt. Wel was het heel groen met tropische bomen, planten en dieren (vogels). En het rook heerlijk, naar een tuincentrum. Helaas hebben we niet veel van die tropische vogels kunnen zien, maar we hebben ze wel gehoord. De hele dag door hoorden we het gefluit en gezang van vogels. Er zijn ook verschillende soorten slangen, waaronder de nep koraalslang. We hebben welgeteld 1 levende slang(etje) gezien langs de kant van de weg. Alle anderen waren helaas platgereden.
Omdat we weer terug wilden naar de bergen, moesten we dus ook weer omhoog. Een tocht van 2 dagen met als hoogste punt 2700 meter, maar gelukkig was de weg hier niet zo steil als de wegen in het zuiden van het land. Het weer bleef erg wisselvallig en we hebben 1 enorme tropische bui gehad. Gelukkig waren we toen net bij een overdekt sportveld waar we goed konden schuilen.
We hebben overnacht in de plaats Baños, een enorme toeristische plaats die voor ons net op een pretpark leek. Je kunt er van alles doen, zoals met een buggy rijden, raften en ongetwijfeld nog veel meer. Wij werden er niet blij van… We kwamen mensen op mountainbikes tegen die naar beneden rolden, zichzelf heel avontuurlijk vonden en vervolgens met een bus of taxi weer omhoog gingen terwijl wij met onze zwaar bepakte fietsen gewoon zelf omhoog fietsten. Ook hier is volgens de reisboeken een prachtige en erg actieve vulkaan, maar ook deze ging schuil achter dikke wolken.
Vlak voor Baños kwamen we op 10.000 km! Aangezien Amsterdam nog 9.735 km vanaf Baños was, zijn we dus in afstand van daar naar huis gefietst…
Toen we in de stad Ambato aan kwamen hadden we het klimwerk gehad, we waren weer in de bergregio. In Ambato is een Casa de ciclistas, dus die hebben we opgezocht. De mensen zelf gingen die nacht voor een paar dagen naar de kust, maar we konden het huis gewoon gebruiken. Na de verschillende overnachtingsplaatsen die we hier onderweg hebben gehad (hostals, kamperen in de tuin van een politiebureau, kamperen ergens halverwege een pas en slapen op de vloer van een gebouwtje boven op een pas), waren we nu weer in een echt huis. En we hadden het huis ook nog voor onszelf, wat een luxe! En het was ook weer hoog tijd voor fietsonderhoud en de was doen!
In Ambato ook een kleine vakantie naar de Galapagos eilanden geboekt; last minute, dus nog enigszins te betalen. We vertrekken op 18 september en komen 23 september weer terug. Eerst met het vliegtuig naar de eilanden en dan op een cruiseschip. We hebben er zin in!
Na Ambato kwamen we op de echte snelweg terecht; druk en lawaaiig. Niks aan dus. Gelukkig konden we na ongeveer 55 km afslaan, naar het Nationale Park Cotopaxi. De Cotopaxi is een nog actieve vullkaan met een prachtige besneeuwde top. Door de zware bewolking konden we alleen zo nu en dan een glimp van de top opvangen. In de verte zagen we een erg donkere en dreigende lucht en die werd steeds dreigender. Op een gegeven moment begon het te onweren en we waren precies op tijd bij een visitor center om te schuilen voor de gigantische hagelbui die over ons werd uitgestort. Na een uur was het weer droog en konden we weer verder. We vonden een prachtige plek om te kamperen, aan de voet van de vulkaan.
Was de weg de eerste dag nog redelijk goed; een groot deel verhard en het andere deel vrij glad (maar steil), de tweede dag werd dat anders. Het was niet meer dan een pad en het laatste stuk was cobblestones; kinderhoofdjes maar dan erger. Dat is vreselijk fietsen, je kunt niet sneller dan ongeveer 5 km/u. Het ging ook nog steil naar beneden, dus het was een aanslag op de (nieuwe) remblokken.
Nu zijn we in Tumbaco, vlak bij Quito. Wederom in een Casa de ciclistas. Hier kunnen we onze spullen achter laten als we naar de Galapagos eilanden gaan. Hier kwamen we ook ‘Mr.’ Kim en de kids weer tegen.
Kanjers!!!!!!!!!!
Dus je verjaardag op de galapos eilanden vieren. Weer eens wat anders!
Hoop dat jullie een fijne dag hebben. Alvast gefeliciteerd Linda en een dikke tut, ook van beppe, Evert, Rikst en Lutske