Toen we Coyhaique verlieten regende het een beetje. Op zich was het een goede temperatuur om te fietsen. Gelukkig bleef het niet lang regenen en bleef de temperatuur goed. We reden nog steeds over asfalt, dus het ging lekker. Ook omdat het meeste vlak of heuvelaf ging. Een paar kleine heuveltjes, maar dat mocht geen naam hebben. Een heerlijke fietsdag dus. De omgeving was ook wel mooi, we reden door 2 smalle valleien. Na ongeveer 90 km waren we in Villa Manihuales, maar de camping daar was zo slecht dat we door zijn gefietst. We vonden een mooie kampeerplek 10 km buiten het dorp, aan een riviertje. We hadden toen 105 km gefietst, dus het was weer een ouderwetse fietsdag! Heerlijk!
Ook de dag erna was weer een goede fietsdag over asfalt, maar ook de laatste volledige dag op asfalt. We wisten dat het asfalt zou eindigen en ook waar. Precies daar waar het eindigde begon ook weer een langere klim waar iedereen ons voor had gewaarschuwd. Maar eerst nog een keer op een mooie plek overnachten, helemaal beschut en bij het water.
De pas hebben we in de regen gefietst, erg jammer want het moet daar erg mooi zijn. Gelukkig was het lang niet zo erg als we hadden gedacht, het was maar 7 km omhoog over niet al te slecht gravel. De weg ging door een regenwoud (vandaar waarschijnlijk ook die regen) en er is een wandeling naar een mooie hangende gletsjer. Die hebben wij niet gedaan omdat het regende en we konden toch niet veel zien door die laaghangende wolken. Wel erg jammer. Na een koude en natte afdaling hebben we een camping opgezocht.
De volgende dag was het iets beter weer; het regende niet meer constant, maar het waren nu buien. We zijn naar het dorp Puyuhuapi gefietst, op ongeveer 25 km van de camping, en hebben daar weer een camping opgezocht. Waarom zouden we fietsen in die regen als het niet hoeft? We konden daar lekker warm binnen zitten en hadden nog wat tijd om in het (kleine) dorpje te kijken. De weg ging langs het water (inham waar de zee het land in komt) en toen we bijna bij het dorp waren zagen we vinnen uit het water omhoog komen. Het waren dolfijnen! Een stuk of 4, gratis en voor niks gewoon voor onze neus! Super leuk natuurlijk. De vinnen en ruggen kwamen nog een paar keer boven het water uit en toen zagen we ze niet meer.
Het dorpje is gesticht in 1935 door Duitse immigranten, dus er zijn nog veel Duitse namen en een paar huizen in Duitse stijl. Ook (relatief) veel Duitse toeristen…(klik op foto’s voor slideshow)
Gelukkig werd het weer droog en toen we een dag later uit Puyuhuapi weg fietsten scheen de zon al weer. De weg was voor het dorp al erg goed en dat bleef zo tot aan het volgende dorp. Een goede weg en niet heel veel heuvels, dus het was goed fietsen. Na het volgende dorp (La Junta) was dat voorbij. De weg werd steeds slechter, ook al waren er op het hele stuk wegwerkzaamheden.
Bij Villa Santa Lucia eindigde de Carretera Austral voor ons (officieel), want wij sloegen af naar het oosten, naarFutaleufu bij de grens met Argentinië. De officiele Carretera gaat verder naar het noorden, naar Chaiten en daarna nog verder naar het noorden.
Het hele stuk tot Villa Santa Lucia en daarna ook nog door naar Futaleufu (totaal 160 km) was erg slecht. We dachten dat we die ellende gehad hadden toen we afsloegen bij Villa Santa Lucia, maar niets was minder waar. Ook het hele stuk naar Futaleufu was erg slecht, misschien nog wel slechter dan het stuk daar voor. We waren weer terug op ons oude gemiddelde van 10 km/u. En daarbij werd het ook weer ontzettend warm. De thermometer liep al weer op richting de 40 graden. We hebben dus dagen met korte afstanden gemaakt en ook nog een keer gezwommen tussen de middag. Tussen La Junta en Santa Lucia was de omgeving ook niet heel bijzonder; veeteelt in een vallei. Daarna werd het wel weer mooi met besneeuwde bergen, rivieren en valleien (klik op foto’s voor slideshow).
Nu zijn we in het grensdorp Futaleufu, waar we een paar dagen uitrusten op een camping bij een meer. We hebben ongeveer een week gefietst zonder echte rustdag, dus dat werd ook wel weer tijd. Hierna volgt de grens met Argentinië en een stuk van ongeveer 400 km naar Bariloche, waar de welgestelde Argentijnen hun vakanties vieren. Ze noemen het ook wel ‘Klein Zwitserland’, dus zo zal het er daar wel uit zien.