En toen waren we in Colombia, weer een nieuw land en voor ons het laatste land in Zuid Amerika.
Bij de grensplaats Ipiales zijn we naar een kerk geweest; Las Lajas. Deze kerk is gebouwd op een brug en heeft een rotswand als achterwand. Het schijnt dat op deze rotswand Maria is gezien, daarom is de kerk daar gebouwd.
Oktober is regenseizoen in Colombia is ons verteld. Normaal gesproken valt dan in de lagere gebieden dan heel veel regen. We hebben veel geluk gehad, pas na een week of 2 viel de eerste regen. Het plensde de hele nacht, maar ’s morgens was het weer droog. Ook op onze rustdag werden we getrakteerd op een hele middag regen en onweer. Verder regende het (tot nu toe) vooral ’s nachts, dus hadden we er niet veel last van.
De mensen in Colombia zijn over het algemeen gek op fietsen/fietsers en toeristen. Ze denken alleen dat alle buitenlanders Amerikanen zijn. Ze zijn heel vriendelijk en belangstellend. Uit de meeste auto’s en van veel motoren die wij tegen zijn gekomen (en dat zijn er heel wat) klinkt getoeter en/of werd een hand uitgestoken om te zwaaien of de duim op te steken. Soms kwamen ze naast ons rijden om te vragen waar we vandaan komen en waar we naar toe gaan. Het maakt ze dan niet uit dat ze het verkeer ophouden of hinderen. Ook hebben we een aantal keren gratis drinken gekregen, een keer een overnachting incl. eten voor weinig bij iemand thuis, een lampje voor op de fiets van een fietser die ons voorbij kwam en energiesnacks.
Het zuiden van Colombia is prachtig; heuvelachtig en met groene valleien. De eerste 2 dagen fietsen waren zwaar. Veel klimmen, maar ook veel dalen. De stijgingspercentages waren niet zo hoog als in Ecuador, dus daar waren we blij om. Was in het zuiden van Ecuador een gemiddeld stijgingspercentage van 8% heel normaal, hier bleef het bij 5 of 6%. Er waren zelfs een paar vlakke(re) stukjes bij. Dat was lang geleden! Al met al was het dus goed fietsen.
Na Pasto daalden we af, naar rond de 700 meter. Daar was het tropisch en heet, temperaturen tussen de 40 en 50 graden. Alles deed tropisch aan; de huizen (gemaakt van bamboe), de planten en bomen, de temperatuur, de vochtigheid en de geuren. We hadden echt het idee dat we ergens door de regenwouden van Indonesië of Brazilië fietsten. De vochtige warmte was alleen niet zo geschikt om in te fietsen. Op een gegeven moment kwamen we in het gebied rond de stad Cali, waar suikerriet wordt verbouwd. Daar is het compleet vlak. Het was een vrij saai stuk, maar omdat het vlak was konden we weer eens flinke dag afstanden maken en normale snelheden halen.
We waren er dus ook vrij snel door en toen gingen we de heuvels en bergen weer in, richting Medellin. De natuur werd weer mooi, het fietsen werd weer zwaarder en de temperatuur ging weer wat omlaag. Vlak voor we de bergen weer in gingen kwamen we door het koffiegebied rond Pereira/Manizales. Overal waar we keken waren koffiebomen, afgewisseld met bananenbomen.
De weg naar Medellin voerde ons over een pas waarvoor we 1800 meter moesten klimmen. Die klim is een bekende (en beruchte) klim hier in Colombia, een klim van de buitencategorie. We hadden besloten om die klim maar in 2 delen op te splitsen; de eerste dag 1200 meter en de dag erna de resterende 600 meter en dan door naar Medellin. De eerste dag waren we al om een uur of 1 in het dorp Santa Barbara waar we een hotel hebben gezocht. Iemand wees ons op een hotel en toen we stonden te praten, kwam een vriend van hem langs. Hij heette John en bleek in Nederland te hebben gewoond en sprak nog goed Nederlands. Met hem en zijn zus en zwager hebben we de avond doorgebracht.
De tweede dag resteerden nog 600 hoogtemeters tot de top van de klim. Toen we boven kwamen stonden daar 2 racefietsers. Een ervan (Dennis) bleek een Amerikaanse Colombiaan te zijn en hij nodigde ons uit om bij hem te komen logeren. De andere (Karol) is een prof wielrenner bij een Colombiaans team en hij gaf ons ’s avonds een van zijn shirts en een shirt van een voormalige renner van Rabobank; Mauricio Ardila, een vriend van hem. De laatste 30 km naar Medellin werden we dus begeleid door 2 wielrenners. Makkelijk, nu hoefden we niet te zoeken naar de juiste route.
Dus nu zijn we in Medellin (eigenlijk een voorstad daarvan), bij Dennis thuis. Er wonen nog meer fietsers (wielrenners), dus het hele huis staat vol met fietsen. We zijn een paar dagen gebleven; zijn naar baanwedstrijden geweest, hebben door de stad gefietst en zijn naar een gastronomisch event geweest. We zijn naar een uitkijkpunt over de stad geweest om de stad bij nacht te zien en hebben typische gerechten van hier gegeten.
Morgen gaan we verder naar het noorden, voor de laatste 500 km naar Cartagena waar de Caribische zee op ons wacht en dat het einde betekent van het deel van onze reis door Zuid Amerika. Daar nemen we de boot naar Panama en beginnen we aan een Midden Amerikaans avontuur.
Vind ik leuk!!!! Op naar een nieuw continent. Vol verwachting naar jullie nieuwe avonturen.
Heel veel liefs…
Hoi Ronny en Linda,
Ziet er mooi uit in Colombia en heel gastvrij.
Wij zijn vanaf 16 dec. Voor 3 weken aan het fietsen in Costa Rica. Kunnen we jullie nog treffen of zijn jullie dan alweer Costa Rica gepasseerd?
Groetjes, Geke en Rene
Hoe is het daar? Staat al een hele tijd niks op. Alles ok? Hopen gauw weer wat van jullie te lezen. Vele groeten, Evert, Lutske en beppe..