Vol goede moed vertrokken we uit Tupiza, richting Uyuni. We wisten dat het zwaar zou worden, dus we hadden genoeg eten en water mee voor 2 tot 3 dagen. Het ging meteen omhoog, maar dat was wel te doen. Ongeveer 4 km na Tupiza moesten we afslaan en kwamen we op een onverharde weg. Die weg was slecht en ging steil op en neer tot het dorpje Salo. Daar konden we wat eten en onze watervoorraad aanvullen. De omgeving was prachtig, rode rotsformaties en gekleurde bergen rond een vallei.
Na Salo ging het meteen steil omhoog. In 4 km ging het 400 meter omhoog. Een gemiddelde van 10% dus. We hebben het meeste gelopen. Onderweg kwamen we een Canadese motorrijder tegen die ons vroeg waar wij toch naar toe gingen. Hij verklaarde ons voor gek. Hij vertelde ons hoe de weg verder zou gaan. We waren op 3400 meter en het zou nog doorklimmen tot 4000 meter. Daarna zou het een aantal keren op en neer gaan, steeds terug naar 4000 meter. De laatste 60 km naar Uyuni waren wel vrij vlak, maar een hele slechte weg. Al met al geen pretje dus…
Hij ging verder naar Tupiza en wij zijn nog een km of 2 doorgelopen. Toen was het al vrij laat en de zon begon al onder te gaan. We besloten terug naar Tupiza te gaan. We waren gewoon te zwaar voor zo’n zware tocht. We hadden gedacht dat we er in totaal 4 tot 5 dagen over zouden doen, maar in dat tempo zouden dat er veel meer worden.
Tupiza haalden we die dag niet meer, daar was het al te laat voor. We hebben de tent dus ergens opgezet. Tegen de tijd dat die stond was het al laat en de zon was al bijna onder. Dat betekent hier dat het dan ook meteen erg koud is. Toen we om een uur of half 7 de tent in gingen was het daar binnen nog maar 2 graden. De volgende ochtend waren onze waterflessen stijf bevroren. Het was binnen in de tent -8˚C. We hebben gewacht tot het warm genoeg was om er uit te komen, ontbeten en zijn toen terug naar Tupiza gefietst.