Het leven in Bolivia speelt zich grotendeels af op straat en op de (overdekte) markten. Daarnaast zijn er nog veel hele kleine winkeltjes die van alles en nog wat verkopen. Maar het belangrijkste product dat deze winkeltjes verkopen is; cocabladeren (ja, hier wordt ook cocaïne van gemaakt). Zakken vol staan er de deuropeningen. Hier gebruiken ze ze om op te kauwen. Er wordt ook wel thee van gemaakt. Coca thee of het kauwen op de bladeren schijnt goed te zijn tegen hoogteziekte. Misschien proberen we de thee nog wel eens, we hebben inmiddels een zakje bladeren. Dat hebben we in Argentinië gekregen van een man die ons geen hoogteziekte gunde.

Overal is drukte en heel veel geuren en kleuren. Hier in Tupiza zijn verschillende markten, maar met name de markt met levensmiddelen is voor ons Europeanen heel apart. We kijken onze ogen uit. Allemaal groente en veel verschillend fruit (van betere kwaliteit dan in de meeste dorpen in Argentinië en Chili), maar ook veel vlees. Er hangen dan hele varkens of koeienkoppen met de ogen er nog in in de stalletjes. Ook gewoon zonder (veel) koeling. Kippen zijn hier toch wel het populairst, in veel winkeltjes liggen hele toonbanken vol met kippen.