We hadden besloten dat we in Abiquiu even van de route af zouden gaan om naar Santa Fe te gaan. Het stuk van Abiquiu naar Grants was heel erg zanderig, heet en er zou een paar dagen geen water zijn. Ook waren er veel ‘goatheads’, stekels van planten en cactussen waardoor je om de haverklap een lekke band hebt. Wij hadden niet geschikt materiaal voor dit stuk, daar kun je beter bredere banden hebben en minder bagage, en we hadden gehoord dat Santa Fe heel erg leuk moest zijn. Dus besloten we om daar heen te gaan en dan van daaruit naar Grants zien te komen.
Dus fietsten we een dag langs drukke wegen en door een paar hele leuke, authentieke dorpjes naar Santa Fe. In dat hele gebied zijn alle huizen gemaakt van adobe, nog net zoals dat vroeger ook gedaan werd. Ook alle huizen in Santa Fe zijn gebouwd van adobe. Daardoor krijg je een hele leuke sfeer, totaal anders dan in andere Amerikaanse dorpen en steden. Het is heel Spaans/Mexicaans. Er wordt ook nog heel veel Spaans gesproken en de cultuur is een mix van Spaans, Mexicaans, Indiaans en Amerikaans. Heel erg leuk.
We logeerden bij Matt en hebben een paar dagen in de stad doorgebracht. Er was onder andere een festival met verschillende etenskraampjes, waaronder een kraam met allemaal sappen. Die kraam zag er precies zo uit als die op Latijns Amerikaanse markten. Het centrum van Santa Fe is nogal chique, met dure (sieraden)winkels en veel galerieën.
Na een paar gezellige dagen bracht Matt ons naar Grants, waar we de route weer op konden pakken. De rit ging door de hete kale woestijn naar Albuquerque en daarna door naar Grants. We waren blij dat Matt ons bracht en dat we dat ontzettend saaie en hete stuk niet hoefden te fietsen.