GDMBR Del Norte – Abiquiu

We kampeerden op de camping in Del Norte en deden ’s middags vast alle boodschappen voor de komende dagen. We zouden een dag of 5 geen winkels tegen komen, dus moesten we voldoende eten inkopen voor die dagen. Omdat we de volgende dag vroeg weg wilden vanwege een zware dag, kochten we vast alles wat we nodig hadden.

We werden ’s ochtends om half 5 wakker van een geluid. Het bleek dat er wasberen bij onze fietsen en tassen zaten. Dat hadden we ooit eerder, in California, gehad en dat is niet iets dat je wilt. We lieten ’s nachts meestal de tassen op de fietsen zitten, dat scheelde wek en tijd. Maar dan moet je niet in een gebied zitten waar dieren, zoals beren of wasberen, er bij kunnen komen. We wisten niet dat hier wasberen zaten. Die weten hun pootjes naar binnen te wurmen, ook al zijn de tassen dicht, en dan trekken ze gewoon alles wat ze voelen er uit. Wat ze lekker vinden eten ze op of nemen ze mee en wat ze niet lekker vinden laten ze liggen. Het was dus een chaos van voedsel om ons heen en we misten heel wat dingen, waaronder ons ontbijt voor de komende dagen. Dus moesten we alsnog weer naar de winkel en konden we pas wat later vertrekken dan de bedoeling was./

De reden dat we zo vroeg weg wilden was Indiana Pass, de hoogste pas van de hele route. We wilden het gehuchtje Platoro zien te bereiken omdat er onderweg nergens water was. Het enige water was in de buurt van een mijn, waardoor dat water heel erg vervuild is. Door in 1 keer door te fietsen naar Platoro hoefden we geen extra water mee te nemen, dan zouden de fietsen nog zwaarder zijn. Maar dat betekende wel een lange dag met veel klimmen.

De klim van Indiana Pass was ongeveer 32 km lang en 1220 meter omhoog en na ongeveer 4 uren waren we eindelijk boven. Maar toen begon het eigenlijk pas. In plaats van vlak of naar beneden bleef het maar heuvelen. De omgeving was wel prachtig en dat maakte veel goed. Toen we eindelijk afdaalden, was dat op een stenige en rotsige weg. Toen we dachten dat we bijna in Platoro waren, bleek dat er nog een steile klim op een hele slechte weg met grote losse stenen kwam. De afdaling daarna was niet veel beter. Na een lange dag kwamen we dan toch eindelijk aan in Platoro. Daar werden we warm ontvangen op de camping, waar we in een hutje konden slapen. Dit hutje is speciaal voor fietsers en wandelaars. Ook stond er die avond een enorme pizza op het menu.

De volgende ochtend vonden we dat we wel een beetje rust verdiend hadden, dus deden we het rustig aan en fietsten we maar ongeveer 35 km naar het volgende gehuchtje, Horca. Daar konden we de tent opzetten bij het restaurant. ’s Avonds werd daar linedance les gegeven en daar hebben we dus maar even bij gekeken.

Vanuit Horca ging het weer omhoog, maar deze keer over asfalt. Nadat we weer op gravel kwamen werd het er niet beter op. De weg werd steeds slechter en heuvelachtiger. En toen waren we ineens in New Mexico, de laatste staat van de route! De blijdschap daarover was maar van korte duur, want de weg werd nog steeds slechter. Op een gegeven moment was er een steil stuk omhoog waar de stenen zo groot waren dat we niet meer konden fietsen. Onze fietsen waren extra zwaar door het extra water dat we weer mee moesten nemen omdat er weer een paar dagen geen water zou zijn. We moesten die zware fietsen dus omhoog duwen en dat was bijna niet te doen.

Op een gegeven moment kwamen er mensen in buggy’s aan en we hebben 1 van hen gevraagd of ze onze tassen een stuk mee naar boven wilden nemen zodat wij dan alleen nog de fietsen hoefden te duwen. Dat wilden ze wel en dat maakte het een stuk makkelijker. Waar de weg weer wat normaler werd vonden we onze tassen weer terug. Daarna was de weg gelukkig weer behoorlijk te fietsen. We waren blij dat we, na weer een lange dag, op de camping aankwamen. Omdat deze omstandigheden heel veel van onze fietsen, remmen en materiaal vergt, moesten er nog een paar remblokken vervangen en een tas gerepareerd worden. De dag was dus nog niet helemaal voorbij.

Er volgde nog een stormachtige dag, maar gelukkig hadden we het meeste wind mee. We mochten water halen bij de ranch van Scott, die we de vorige dag onderweg ontmoet hadden. Daardoor hadden we gelukkig weer genoeg water voor de komende dagen. We fietsten verder door bossen en over hoogvlakte, maar we daalden steeds verder af en het werd steeds warmer. Op een gegeven moment kwamen we echt in de woestijn, het was er heet en er waren cactussen. Het was er ook een totaal andere wereld dan wat we gewend waren. Het was net alsof we in Mexico waren, Spaanstalige teksten en namen op muren, gebouwen en straatnamen en de hele sfeer was ook Mexicaans. Heel erg leuk! Het laatste stuk naar Abiquiu was tegen een hete wind in, dus we waren blij dat we er waren.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *