Het groene eiland

Groen/ green

Groen/ green

Er zijn 2 (makkelijke) manieren om van het Zuidereiland naar het Noordereiland (en vice versa) te komen; via de lucht of via het water. Omdat het grootste deel van de toeristen in Nieuw Zeeland een camper huurt, moeten die met de boot over. Er zijn inmiddels dan ook al 2 maatschappijen die een aantal keren per dag heen en weer varen. Ze vertrekken uit Picton en varen naar Wellington, de hoofdstad van het land. De tocht duurt 3,5 uur.

We verlieten de camping heel vroeg ’s ochtends, want de boot vertrok al om 8 uur. Het was nog maar net licht. De overtocht verliep grotendeels in de mist, maar bij Wellington was het weer helder. Alhoewel Wellington een mooie en leuke stad moet zijn, zijn we er niet gebleven. Er was weer een storm in aantocht en we wilden zo ver mogelijk komen om die op een geschikte plek af te wachten als dat nodig mocht zijn.

Het verschil met het Zuidereiland was meteen te merken. Het was erg druk op de weg, maar dat kwam ook omdat het zondag was en iedereen weer terug reed naar de stad na een dagje of weekend elders. Het meeste van dat verkeer kwam ons dan ook tegemoet. En het was er groen! Weer veel heuvels, maar veel groener dan op het Zuidereiland. De droogte die daar heerst, heerst hier niet.

Heuvels/ hills

Heuvels/ hills

Na een aantal vlakke kilometers kregen we meteen een lange klim voor onze kiezen; omhoog naar bijna 600 meter. Het was wel een mooie en gelijkmatige klim en niet zo steil. We hadden al veel gehoord en gelezen over de steile heuvels op het Noordereiland, maar daar hoorde deze niet bij.

Lange klim/ long climb

Lange klim/ long climb

We eindigden die dag op een kleine camping en verankerden de tent zo goed mogelijk op een beschutte plek. De uitlopers van orkaan Pam zou die nacht aan land komen en het zou dus heel hard gaan waaien en regenen. Wij waren er klaar voor; we hadden genoeg eten om een dag binnen te blijven.

De volgende dag werden we wakker van het getik van regen op de tent. Maar geen wind! Toen het na het ontbijt ook nog droog werd, besloten we om verder te gaan. In ieder geval naar de volgende, grotere plaats Masterton. Dan zouden we wel zien wat we zouden doen; afhankelijk van het weer daar blijven of doorfietsen. Toen we, na 20 km in de regen gefietst te hebben, in Masterton aankwamen besloten we om boodschappen te doen, de camping op te zoeken en te blijven. Maar toen kwam de zon weer tevoorschijn! We hadden dus een zonnige, relaxte middag in Masterton. De volgende dag regende het weer, zodat we wederom besloten te blijven. We hadden toch genoeg tijd om in Auckland te komen.

Gelukkig was het de dag erna weer droog en konden we weer verder. Tijdens ons verblijf op de camping zagen we in een aantal folders 2 fietsroutes die op onze route lagen. Was de verregende dag toch nog ergens goed voor. De routes gingen over hele kleine, rustige weggetjes waar nauwelijks verkeer was. Maar des te meer heuvels! Korte, steile heuvels, maar toch niet zo steil als we hadden verwacht; niet steiler dan de passen op het Zuidereiland.

Rustig/ quiet

Rustig/ quiet

Na een paar lange dagen kwamen we bij het Tongariro National Park, met z’n vulkanen. We besloten rustig de tijd te nemen, fietsten een paar dagen maar een klein stukje en deden een korte wandeling in het park. De beroemde, 7 uur durende wandeling, Tongariro Crossing hebben we niet gedaan; het weer was niet echt geschikt en we hadden geen rugzak om wat extra kleding mee te kunnen nemen. Jammer, maar helaas…

We besloten Taupo over te slaan; te toeristisch, te duur en we wilden toch geen activiteiten doen. Dus fietsten we langs de andere, heuvelachtige kant van het meer. Een mooie route en niet heel veel verkeer. We kampeerden gratis bij een meer en fietsten de dag erna naar Rotorua. Daar wilden we wel heen, ook al waren we er al eerder geweest en hadden we wel vaker thermische activiteit gezien. En het werd ook noodzaak, want een dag eerder scheurde de buitenkant van Linda haar achterband. Ze kon blijven fietsen, maar we wisten niet hoe lang. Rotorua hebben we gehaald en bij een fietsenwinkel kregen we gratis een gebruikte band die het makkelijk tot Auckland vol zou moeten houden.

Gratis plekje/ free spot

Gratis plekje/ free spot

Rotorua is bekend om de thermische activiteit die overal uit de grond komt. Kokende modder, kokend water, hotpools, zwavelgeur en stoom; alles is er. En allemaal gewoon midden in het dorp. Op de camping is een hotpool en sommige tentplaatsen zijn thermisch verwarmd.

Ook is Rotorua een Mekka voor mountainbikers. Er zijn allemaal routes en een heel groot stuntpark. Daar was nu het evenement Cranckworks; waarbij allemaal prof mountainbikers en amateurs hun kunsten laten zien. We hebben een aantal sprongen bewonderd en besloten dat wij het maar bij onze eigen tak van sport zouden houden.

Van Rotorua gingen we verder naar het noorden. We kwamen bij het dorp Matamata, waar de studio van de Hobbit film is en die kun je bezoeken. Het schijnt dat daar jaarlijks heel veel toeristen op af komen. Iets verder naar het noorden begint de Hauraki Rail Trail, net zoiets als de Otago Rail Trail in het zuiden. Een vlakke, autovrije route die voor ons die dag eindigde in Waihi. Het laatste stuk ging door een kloof en langs een oude mijn. Om daar te komen moesten we door een tunnel van iets meer dan 1 km; een lange, donkere tunnel. Gelukkig was het niet druk en konden we gewoon door fietsen.

De volgende dag fietsten we weer terug door de kloof en dus ook door de tunnel. We hadden een andere kant op gekund, maar dat was een heel eind om en waarschijnlijk ook heel heuvelachtig. Daar hadden we niet zo veel zin meer in nu het einde van deze reis naderde. Dus een stukje terug en toen richting de kust. Toen was het nog maar 2 dagen fietsen naar Auckland. De laatste nacht kampeerden we op een strand. Het was prachtig weer en we waren er bijna alleen. De plek deed ons denken aan onze laatste kampeerplek voor San Francisco, op Angel Island.

We waren al vroeg op de camping in Auckland; de camping het dichtst bij het vliegveld. Toen de tent stond zijn we naar het vliegveld gefietst om te checken of ze daar fietsdozen verkopen. Het zou veel handiger om ze daar te kopen dan allemaal fietsenwinkels af te lopen op zoek naar gebruikte dozen en die dan met een taxi naar het vliegveld te laten brengen. Ze hadden inderdaad dozen, dus dat was makkelijk.

Inpakken was niet zo veel werk, we hadden immers niet zo veel mee. Ons vliegtuig vertrok zondag pas om 23.00 uur, dus we hadden ook die hele dag nog. We fietsten mooi op tijd naar het vliegveld en dat was maar goed ook. De dozen bleken een andere maat te hebben dan op internet stond en waren dus kleiner dan we hadden verwacht. Dat betekende dat de fietsen meer uitelkaar moesten dan de bedoeling was. Maar uiteindelijk pastte het en konden we inchecken.

Om 23.00 uur vertrokken we voor de lange, lange reis naar huis. In Shanghai liepen we veel vertraging op omdat de verkeerstoren achterstand had. We vertrokken 1,5 uur te laat en zouden daardoor zeer waarschijnlijk onze vlucht van Parijs naar Amsterdam missen. Maar het geluk was met ons; ook die vlucht had vertraging en we haalden hem nog op het nippertje. Zelfs onze bagage werd nog aan boord gebracht. Die avond sliepen we weer in ons eigen bed.

Toen waren we weer thuis, na bijna 3 maanden en 4500 km in een mooi en afwisselend land. We zijn blij dat we er voor gekozen hadden om op het Zuidereiland alles te doen wat we wilden en daar zo veel tijd als we nodig hadden door te brengen. Het Noordereiland heeft ook z’n mooie plekken, maar de leegte van het Zuidereiland heeft toch onze voorkeur. Nieuw Zeeland heeft ongeveer 4 miljoen inwoners en daarvan wonen er 3 miljoen op het Noordereiland (1 miljoen in Auckland). Op het grotere Zuidereiland wonen dus maar 1 miljoen mensen. Het is dus niet moeilijk te raden dat het op het Noordereiland veel drukker is op de weg, ook al zijn ook daar wel hele leuke, rustige, kleine weggetjes te vinden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *